een bezoek aan een 'mall' is natuurlijk een must.
Vandaag dus een paar uur lang door een grandioze mall geslenterd. Ik
viel daar van de ene verbazing in de andere. Natuurlijk de afmetingen,
hectares groot, een aantal afzonderlijke winkels zijn al groot genoeg om
een behoorlijk formaat V&D te herbergen. Je kunt daar makkelijk een dag
doorbrengen met allerlei vertier en boodschappen. Midgetgolf bij
fluoriserend licht, een jungle- en een waterrestaurant. Roggen voeren,
soms van meer dan een meter. Die beesten steken hun bek boven het water
en daar kun je dan eten in stoppen. En natuurlijk fastfood eten. En dat
is ze aan te zien, die Amerikanen (ik weet het, ik blijf er over bezig
maar ik kan er maar niet aan wennen, al die tonnages overgewicht).
Als ik dan zo'n plein vol met etende mensen zie, omringd door allerlei
verschillende fastfoodtentjes dan bekruipt me toch een triest gevoel.
Consumentisme, korte-termijn behoeftebevrediging, het nooit-genoeg
syndroom. Een hele mall vol met overbodige producten, zodanig ingericht
en uitgestald dat er vooral gekocht wordt. Is dit nou de ultieme
'American Dream'? Wat een leegte.
De avond in goed gezelschap doorgebracht in het Ryman Auditorium voor
een speciaal programma: Opry at the Ryman. Een countryshow die life op
de radio wordt uitgezonden.
Nou, dat hebben we geweten, wat een ervaring. De gemiddelde leeftijd van
de artiesten was ruim boven de 70, het leek wel een reünie van een
bejaardentehuis. Ze kregen de hele zaal plat met vreselijk ouwbollige
grappen: 'Waarom zijn getrouwde vrouwen zoveel dikker dan ongetrouwde?
Ongetrouwde komen thuis, kijken in de koelkast en gaan naar bed,
getrouwde vrouwen kijken in hun bed en gaan dan naar de koelkast', wat
een dijenkletser! Maar wel de hele zaal plat!
De muziek was prima, als je van die ouwe country houdt. En het moet
gezegd: er waren minstens twee nummers met meer dan drie akkoorden in de
begeleiding. Zeg maar het niveau van Frans Bauer.
Het meest facinerende was toch als elke keer tussen de nummer aandacht
besteed moest worden aan 'a message from on of our sponsors'. En dat
waren er heel wat. Leest een presentator life een lovende reclametekst
voor over een een of ander overbodig product. Dat was eerst
verbazingwekkend, maar groeide van lachwekkend (heb je hem weer) tot
hilarisch (in één boodschap werd tot zeven keer toe vermeld dat 'the
strawberry, the banana and the apple-cinnamon muffin' toch onvergetelijk
van smaak waren. Om vervolgens twee boodschappen later doodleuk muffins
van een ander merk aan te prijzen.
En natuurlijk werden Amerika, het leger en God de hemel in geprezen. Wat
zijn ze toch trots, die Amerikanen.
Een reactie posten
<< Startpagina